In 1920 ontwierpen twee architecten
een Neo-Renaissance gebouw in een tijd dat architecten als Berlage
al hele andere ideeën hadden gekregen over architectuur. Het
pand past ondanks zijn omvang prima in de omgeving. Het nieuwe gebouw
is één van de grootste gebouwen uit de omgeving. Het
deed lange tijd dienst als hoofdkantoor van de Nederlandse Handels
Maatschappij (NHM). Deze was bijna 100 jaar eerder, in 1824, op
persoonlijk advies van Koning Willem I. gesticht. De Nederlandsche
Handel-Maatschappij dreef handel op West- en later ook op Oost-Indië
en was de feitelijke opvolger van de in 1799 failliet gegane VOC.
De Maatschappij is bekend geworden Multatulis’ boek "Max
Havelaar of de Koffieveilingen van de Nederlandse Handel Maatschappij".
Saillant detail is dat Multatuli zich op de laatste pagina van zijn
boek richt tot de aan de overzijde van de Hofvijver zetelende Nederlandse
regering, die verantwoordelijk was voor de misstanden in Indië.
Na de dekolonisatie van Nederlands-Indie
in 1949, nam de opvolger van de NHM, de ABN het gebouw in gebruik.
De ABN fuseerde in de jaren 80 met de AMRO bank en bleef tot na
2000 eigenaar van het gebouw. Het monumentale karakter bleef ook
daarna behouden. Het pand is momenteel in gebruik door de Raad voor
de Rechtspraak.
|