Curriculae |
|
|
Ab Gietelink (1959) studeerde rechten
en filosofie. Na zijn doctoraal richtte hij in 1984 de Stichting Nomade
op en is sindsdien artistiek en zakelijk leider van de Nomade-projecten.
Na een experimentele theaterfase met performances en projecten als ‘Faust,
Visueel, Fysicaal’(1987) en ‘Genesis for Cosmopolitan’ (1989) reisde
hij naar conflictgebieden in de wereld en maakte een aantal jaren actueel
politiek theater met o.a: “Kabinet 1917’(1991), ‘Babylon, Saddam en
Ik’(1992), ‘Jeltsin Rex’(1994) en ‘De Raadsvergadering’(2000).
Hij publiceerde in diverse media, maakte verscheidene televisieprogramma’s
en schreef de politieke boeken ‘Hollandse Horizonten’ en ‘Angst voor
de Zondvloed’. Reeds een aantal jaren heeft zijn artistiek programma
een documentair karakter.
Vanaf 1998 realiseert hij op steeds groter schaal historische locatieprojecten
met thema’s uit de Nederlandse (koloniale) geschiedenis. Na De Heeren
Zeventien (1998/1999), Deshima (2000) de Holland-Amerika Lijn(2001)
en het buitenproject De Vliegende Hollander (2002) volgt met de Gijsbreght
van Aemstel een nieuwe stap. Deel 5 in de serie monumentale locatieprojecten.
.
|
|
|
|
Frans de Wit (1957) ontwikkelde
zich als acteur in het ‘3e circuit’. Hij speelde daarna bij Toneelgroep
Amsterdam, het RO-theater, Oranjehotel, Fact, Theater van het Oosten,
De Paardenkathedraal, Made in da Shade en de Berini’s. Verder was hij
te zien in tientallen tv-producties en films. Hij is vaste zanger in twee
bands: ‘Belly goes Bonkers’ en ‘De Volle Pont’. Voor Theater Nomade speelde
hij mee in De Raadsvergadering (2000). |
|
|
|
Munda de le Marre
(1966) speelde op Toneelacademie Maastricht, Acteeropleiding de Trap en
deed eindexamen aan de Toneelschool in Utrecht (1991-1998). Daarnaast
studeerde zij culturele antropologie aan de UVA. Zij regisseerde o.a.:
Poetica der Pornografie (Bellevue 2002); Mein Kampf? (2001); Kunst (2000);
Wat is er mis met Hans de Bruin? (1999). Zij speelde in diverse theater-
en televisieproducties. Bij Theater Nomade speelde zij mee in: De Raadsvergadering
(2000), Deshima (2000) en De Holland Amerika Lijn (2001).
Zij werkt verder aan een theatersolo over Mata Hari. |
|
|
|
Hans Daalder (1952)
koos na zijn studie dramaturgie voor een loopbaan als acteur en mimespeler.
Hij speelde de afgelopen decennia in een keur van produkties. Over een
periode van 10 jaar speelde hij in binnen- en buitenland de ‘Barbier van
Sevilla’ van de Nederlandse Opera in de regie van Dario Fo . De laatste
jaren is hij als acteur verbonden aan Cinema de Liefde. Bij Theater Nomade
speelde hij in ‘ Kabinet 1917 (1991), Babylon, Saddam en Wij (1992), Jeltsin
Rex (1994) Academisch Kabinet (1997) , Heeren Zeventien (1998/1999) en
de Raadsvergadering (1999). |
|
|
|
Dick Top (1947) speelde bij de Haagse Comedie
en theater Proloog. Na de Actie Tomaat (1969) werkte hij met name in het
buitenland. Hij was mede-oprichter van FACT en artistiek leider van de
Hoofdstad Operette en het Amstel Toneel. Hij ontwikkelde zich tot internationaal
opera-regisseur en werkt de afgelopen decennia voornamelijk in Duitsland.
Hij regisseerde tientallen opera- en toneelproducties bij de Stadttheaters
van Basel,Wenen, Bern, Hamburg, Munster, Kassel en Keulen.
|
|
|
|
Stef Feld
(1955) speelde bij het RO-theater met regisseurs Franz Marijnen en Karst
Woudstra. Vanaf 1985-1991 speelde bij Toneelgroep de Appel in het klassieke
repertoire met de regisseurs Erik Vos, Lodewijk de Boer en Hans Croiset
. In de jaren negentig speelde hij bij Theater Branouil en in diverse
kindervoorstellingen. Hij schreef de romans ‘Een stamelend zwijgen’ (1995)
en ‘Zoon aan een zijden draad’ (2000).
|
|
|
|
Marcel Schouwstra
(1971) koos na de School voor Journalistiek voor de theateropleiding ‘De
Theaterkade’ in Amsterdam. Sinds enkele jaren is hij werkzaam als speler/maker
in jeugd- en volwassenentheater o.a: Meisje Loos (Jeugdtheater Hofplein);
Born to kill (Hamlet’s Whiskey);en verschillende voorstellingen in Nemo,
Amsterdam. Voor Theater Nomade speelde hij mee in De Vliegende Hollander
(2002).
|
|
|
|
Alan Purves (1952, Schotland)
is experimenteel percussionist ofwel geluidenmaker. Hij speelt en improviseert
verschillende muziekstijlen en met een keur aan bands, dansers en theatergroepen.
Hij trad o.a. op met Jango Edwards (1970-1980); Shusaku Dormu Dance (1980-1982);
Footsbarn Travelling Theatre (1986-1990); Suver Nuver (1995; Circus Whitman);
Hauser Orkater (1996) Carina Molier (1998) Handtheater (2000). Hij speelt
de afgelopen jaren in verschillende combinaties in het circuit van expermentele
muziek.
|
|
|
|
Joep de Bont (1960) componist.
Hij componeerde de muziek voor de reien van deze Gijsbreght. Hij maakte
composities en bewerkingen voor theatergroep Teneeter, voor de producties:
De Storm (1995) en Koning Odysseus (1996). Daarnaast werkt hij als kleinkunstenaar
en acteur in diverse muziektheaterproducties en musicals.
|
|
|
|
Charlie Citron (1958, New York,
VS). Beeldend kunstenaar. Hij behaalde zijn BA in Kunst en Kunstgeschiedenis
in 1982 aan Universiteit van New York. Na een periode van archeologische
kunst, heeft hij een methode ontwikkelt waarin hij fotografische beelden
bewerkt met een chemisch verwerkingsprocédé. Hij exposeerde
als beeldend kunstenaar de afgelopen 20 jaar op honderden locaties in
binnen en buitenland. In Nederland onder meer in Shores Spaces, Gate Foundation,
Christies, Jim Beard en het Joods Historisch Museum. Internationaal exposeerde
hij in Polen, China (Shanghai), India (Bombay, New Delhi), Singapore,
Biennale Venetie, Macedonie en New York.
|
|
|
|
Heinerich Kaegi (1961) studeerde natuurkunde,
filosofie, sonologie en filmregie in Utrecht en Amsterdam. Hij was medeoprichter
en lid van de MIDIM-groep voor eigentijdse muziek te Utrecht en regisseerde
uiteenlopende muziek en theaterproducties. Hij maakt documentaires, kunstfilms,
websites en interactief trainingsmateriaal voor o.a. Salto tv, Paradiso,
het Koninklijk Conservatorium, Stichting Passe Partout, DS Landschapsarchitekten,
Griftheater, Stichting Nomade en Theatre Day Productions. Hij is daarnaast
sinds 1994 coach van jongeren met leerproblemen (Instituut de Leeuw, Amsterdam). |